woensdag 14 maart 2018

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroog’ – deel VIII A



door
Sophia Désedan


’t Was 30 augustus dat je voor ’t laatst iets te melden had over je vorderingen aangaande je roman ‘Eksteroog.’ Heel wat lezers zullen zich afvragen  hoe ‘t daar in vredesnaam mee gesteld is. Had je een writers block of zo?

Verre van dat.
Zoals ik je in deel VI van deze serie vertelde, was ik in februari 2017 begonnen de opmerkingen te verwerken die mijn meelezer op de verbeterde versie van ‘Eksteroog’ had gemaakt. Je kunt je misschien herinneren dat ze de roman nogal somber vond en wat meer lichtheid wenste.
Hiervoor heb ik 8 hoofdstukken van tezamen 40 pagina’s aan de roman toegevoegd, waarin onder andere de karakters van en de relatie tussen mijn hoofdpersonage Reinier Verbriest en zijn ex-vriendin Martha verder zijn uitgewerkt. Van die hoofdstukken spelen er zich 5 (23 pagina’s) af op het Griekse eiland Kefalonia, waar beiden zeven jaar geleden op vakantie zijn geweest.

Wat ben je toch een boekhoudertje.


…Het zit in de genen. Mijn grootvader van mijn moeders’ kant was kruidenier. …Zal ik verder gaan?  Goed dan.

Ondanks de wens naar meer lichtheid, achtte ik het gaandeweg nodig om toch nog twee iets zwaardere hoofdstukken van elk 3 bladzijden tussen te voegen. Ook kwam ik tot de conclusie dat bestaande tekst hier en daar iets moest worden uitgebreid. Beide ‘acties’ waren vooral nodig om extra verbindingen te kunnen leggen, om tot een nog betere structuur en spanningsboog te kunnen komen.
Uiteindelijk had ik na zeven maanden arbeid een roman op mijn computerbeeldscherm staan dat van 202 naar 267 pagina’s was uitgegroeid.
Op 28 augustus heb ik deze compleet nieuwe versie ter beoordeling naar mijn meelezer opgestuurd. Op haar verzoek heb ik dat ook gedaan naar twee andere collega schrijvers.
In september en oktober mocht ik van alle drie het manuscript met kanttekeningen en opmerkingen terugontvangen.

En hoe was hun oordeel?

Mijn eerste meelezer vond dat de roman vergeleken met de vorige versie er stukken op vooruit is gegaan. Belangrijke informatie wordt nu niet meer te lang achtergehouden. De gevoelens en gedachten van mijn hoofdpersonage Reinier Verbriest zijn voldoende uitgewerkt. Vooral vond ze de roman meer in balans, minder somber. Ze schreef: ‘Prachtig die gelukkige momenten met Martha op een Grieks eiland en al die verwijzingen naar de mythologie.’ Over de door mij toegevoegde positieve laatste zin van de roman, merkte ze op: ‘Mooi, mooi!’
Ook de twee nieuwe meelezers waren tevreden over ‘Eksteroog.’ Van hen kreeg ik min of meer bevestigd wat mijn eerste meelezer had opgemerkt. Alle drie ken ik overigens van het Daretoo Schrijverscafé.*
Over de roman in zijn geheel was de meest strelende opmerking wel deze: ‘een plezier om te lezen voor iemand als ik, die stijl het allerbelangrijkst vindt.’
Zo, en nu heb ik wel genoeg veren in mijn # gestoken!

Juist. Ook dat moet je nog een beetje beter leren beheersen, Eric. Niet te bescheiden zoals in deel VI, en niet te pocherig zoals nu.

Was er ook kritiek?

Een van de nieuwe meelezers was niet zo tevreden over het eind, vond het zelfs een anticlimax. Sowieso had ze moeite met de laatste bladzijden.
En de derde meelezer, die vond de (toegevoegde) laatste zin geen lichter einde.
Als je drie verschillende oordelen over het slot krijgt, dan kun je ervan uitgaan dat je goed zit. De derde meelezer gaf mij daarin de doorslag. Hij las meer dan ik er in had gelegd.
Conclusie: het slot van ‘Eksteroog’ is multi interpreteerbaar. Wat wenst een schrijver nog meer?

(het tweede deel van dit interview volgt volgende week)


*) Een door Daretoo in het leven geroepen LinkedIn groep voor schrijvers, redacteuren, schrijfcoaches, etc.



N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten