woensdag 28 juni 2017

Bier in het veen – een excursieverslag




Aanleiding en gevolg
Een goede vriend had nog een verjaardagscadeautje voor mij. In een gehuurde auto nam hij mij mee naar het Veenpark in Emmer Compascuum. 
Kruidenierswinkeltje, schoenmakerij, ijzergieterij en arbeiderswoninkjes in- en uit lopend, merkten wij al gauw dat ons voorbeeld werd gevolgd door een gezelschap van uit grote blikken bier drinkende Duitsers. Dat moet rond half twaalf zijn geweest.

Rond een trekkarretje
Na een pauze met spekpannenkoeken lieten we ons in een treintje vervoeren naar een terrein, waar een demonstratie turfsteken zou worden gegeven. Ook het Duits sprekende gezelschap zat in dat treintje. Het was nog steeds aan het bier.
In onze wagon hadden ze een trekkarretje gezeuld. Daarin zaten niet alleen rugzakken, maar ook de nog te verorberen zilverglanzend blikken bier. Ik meende zelfs tussen de rugzakken een drietal flessen sterke drank te kunnen ontwaren.

Geïnteresseerdheid
Het gezelschap - althans dat deel dat in onze wagon tegenover ons zat - was tamelijk luidruchtig, niet agressief, maar vrolijke. Duidelijk luisterden ze niet naar de uit luidsprekertjes komende informatie over het gebied waar het treintje ons doorheen trok. Beneveld of niet, ze verstonden er waarschijnlijk toch geen woord van, want het werd in het Nederlands gegeven. Een enkele stille bierdrinker had zich gebogen over een mobieltje en liet regelmatig foto’s of filmpjes aan zijn buurman zien, waar beiden hartelijk om moesten lachen.

De zin van een Veenparkbezoek
Al die informatie die zij vanaf het betreden van het Veenpark in hun hoofden hadden opgevangen – ik vroeg mij af wat ervan zou bijblijven, wat er mee zou worden gedaan. Of er überhaupt iets met die informatie kón worden gedaan met alcohol op.
Ikzelf had die informatie vanaf onze binnenkomst met gretigheid in mij opgenomen. Logisch, want mijn vader heeft vroeger niet ver van dit Veenpark vandaan turf gestoken en ik was bezig met een roman over zijn leven.

Een demonstratie turfsteken met goede afloop
Tijdens de demonstratie turfsteken – waarbij overigens maar één turf op de spade ging, omdat wettelijk niet meer is toegestaan (turf raakt op) - dacht ik, hoe deze zware arbeid voor mijn vader als jongen moet zijn geweest.
Het bierdrinkende Duitse gezelschap was boven op de wal blijven staan en luisterde denk ik maar half naar wat de turfsteker ons te vertellen had. Toen de turfsteker klaar was met zijn verhaal, waren echter een paar leden uit dat het bierdrinkende Duitse gezelschap wel de eersten die de man trakteerden op een applaus.

dinsdag 20 juni 2017

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroog’ – deel 5


Over het nut en het oordeel van de meelezer

Woordblindheid
Als je zo lang bovenop een tekst als die van mijn roman ‘Eksteroog’ hebt gezeten, kun je zelfs na hem een jaar niet meer te hebben ingezien nog woord voor woord dromen. Je weet dan niet meer wat nog goed is en wat slecht. Daarom is een meelezer onontbeerlijk.

Meer dan een, minder dan vier
Liever nog kun je er een tweede of derde bij vragen. Meer niet. Want elke meelezer afzonderlijk zal zijn eigen specifieke mening over je proza hebben en al die meningen bij elkaar hoeven niet per se met elkaar overeen te komen. Meer dan drie meelezers kunnen alleen maar verwarring bij jou als schrijver scheppen.

Oordelen deskundig beoordelen
En verwarring scheppen, dat kunnen ze. Ikzelf kan zelfs al moeite hebben met één meelezer. De persoon in kwestie is zelf ook schrijver, dus ervaringsdeskundige, ze weet waarover ze spreekt. Dat maakt wat je van haar opmerkingen moet vinden soms erg moeilijk.

Twee soorten meelezers
Als tweede en/of derde meelezer zou je dan iemand moeten kiezen die louter uit belangstelling voor de literatuur je manuscript zou willen doorlezen: de ideale meelezer.

De ideale meelezer
Ik zeg het maar meteen: de ideale meelezer bestaat niet. Een (mee)lezer haalt uit een tekst toch vaak weer net iets anders dan jij er als schrijver in hebt gestopt.

Multi interpreteerbaar proza
Zo liet ik eens een zogenaamde ideale meelezer een van mijn verhalen lezen, waarvan ik dacht dat sommige scenes nogal komisch waren. Mijn ideale meelezer vond ze nogal eng. Wat is de opa in mijn verhaal van plan?
Je kunt het als een compliment beschouwen wanneer je proza multi interpreteerbaar is, voorzien blijkt van een zekere gelaagdheid. Maar komisch bedoelde scenes interpreteren als eng?

De meelezer doorvragen
Ik had de meelezer in kwestie meer vragen moeten stellen. Wat zij precies met ‘eng’ bedoelde. Want het kan evengoed zijn dat zij de scenes zelf niet als eng opvatte, maar wel de manier waarop ik ze geschreven heb. Met suspense.

Interpretatie van de schrijver
Ja, ik houd ervan om het verklappen van geheimen zo lang mogelijk uit te stellen. Misschien raken hierdoor sommige lezers net iets te gespannen, kunnen ze niet wachten op de ontknoping, gaat hun hart sneller kloppen alsof er inderdaad iets engs te gebeuren valt, terwijl in werkelijkheid de opa in mijn verhaal alleen maar een pijp gaat opsteken.

Zwijgen over het meest eigene
Laat ik het daar maar op houden. Want ik geloof niet dat het zal helpen om een zogenaamde enge tekst minder eng te maken. Het heeft geen zin om alle engheid te vervangen met glasheldere maar verder nietszeggende zinnen. Daarmee beknot je je eigen stijl.
En de stijl… Vooropgesteld dat hij niet omslachtig of onbedoeld ouderwets is, de stijl is het meest eigene van een schrijver - daarin is de schrijver uit duizenden andere schrijvers te herkennen. Daarom mag een meelezer wel een mening hebben over de stijl, maar verder heeft die meelezer er niets over te zeggen. 

N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’

dinsdag 13 juni 2017

Brekend glas – romanfragment uit ‘De IJskoning’


Beneden ons brak glas.
‘Wat doe je!’ baste mijn vader dof. Die was dus net thuis gekomen. Mijn blik schoot naar de wekkerradio. Tien uur. Mijn moeder begon te tieren. Caspar bracht een hand naar zijn oor, luisterde even geconcentreerd en zei toen: ‘Vraag: Waarom heeft de man een lage stem en de vrouw een hoge? Antwoord: omdat de man in het diepst van zijn buik zegt: ik wil, en de vrouw in het topje van haar hoofd zegt: hij wil.’
‘Kom,’ zei ik, ‘ik breng je naar huis voor ze doorkrijgen dat we hier nog zitten. Doe je eerst even je schoenen uit? Anders horen ze ons op de trap.’
In het schemerduister van de woonkamer hurkte een gele jurk die mopperend en luidruchtig de glasscherven bijeen veegde. Op de bank zat mijn vader met een losgetrokken stropdas. Hij bewoog niet. Voor hem stond op de salontafel een wijnfles met een ingedraaide kurkentrekker. Toen schoot hij naar voren. De hengsels van de kurkentrekker boog hij naar omlaag.