donderdag 21 juli 2016

‘De IJskoning’: klaar voor de uitgever? - deel IV


Het nut van een uitgebreide synopsis

(Fragment uit ‘De IJskoning’, versie oktober 2013)

Wat is de snelste weg om er achter te komen of je niet geheel chronologisch geschreven roman klopt qua hoeveelheid gebeurtenissen geplaatst tussen tijdstip A en tijdstip B? Dat is het maken van een uitgebreide synopsis, waarin per hoofdstuk alle gebeurtenissen kort worden benoemd.

Elke gebeurtenis dient daarbij van een datum/tijdstip te worden voorzien. Daarna maak je een kopie van deze uitgebreide synopsis. Die zet je dan in chronologische volgorde. En voilà: in een paar oogopslagen zie je waar de hoeveelheid gebeurtenissen binnen tijdstip A en B  wringt. En dan is het enkel nog zaak van data verschuiven.

Voor hoofdstuk 24 van ‘De IJskoning’ komt de synopsis er dan ongeveer zo uit te zien (Uiteraard heb ik later vanwege het van november naar juli, dus meer naar voren plaatsen van de gebeurtenissen, alle verwijzingen naar Goede Tijden Slechte Tijden geschrapt, omdat deze soap in juli 1990 nog niet op tv verschenen was):



(wordt vervolgd)

zaterdag 9 juli 2016

‘De IJskoning’: klaar voor de uitgever? - deel III

Wrijving met de tijd


Controle op feit en tijd
In mijn vorige blog berichtte ik van twee onvergeeflijke fouten die er in mijn roman ‘De IJskoning’ waren geslopen: beukennootjes rapen in het voorjaar en Goede Tijden Slechte Tijden kijken in juni 1990. Ik vreesde dat ik nog meer van dit soort fouten in mijn roman zou aantreffen.
Ik berichtte ook over mijn gevoel dat er hier en daar in mijn roman te veel gebeurde tussen de in de roman aangegeven tijdstippen.
Een grondige controle van de hele tekst op feit en tijd achtte ik noodzakelijk.

Allereerst: de tijd
Het allereerst zou ik de tijd ter hand moeten nemen. Want pas wanneer je een scene hebt verplaatst van de november naar juni, kun je controleren of het voor je personages dan nog wel mogelijk is om te kijken naar Goede Tijden, Slechte Tijden.

Wrijving met de tijd door vooruitspringen en samenvatten
In ‘De IJskoning’ maak ik af en toe sprongen in de tijd vooruit (‘twee weken later’), vat ik hier en daar samen (‘vijf dagen achtereen’). Juist door dit soort opmerkingen kreeg ik twijfels of het wel klopte met de hoeveelheid gebeurtenissen tussen de in de roman aangegeven tijdstippen A en B.
Ik had ook wel zo’n beetje het idee, op welke twee plekken in mijn roman de tijd in ieder geval wreef.
Mijn twijfels bleken terecht te zijn. Conclusie: ik zou de hele roman moeten controleren op nog meer aanwezige wrijvingen met de tijd. Waar ik ze aantrof, zou ik tijdstip A en B verder van elkaar af moeten plaatsen, (met alle gevolgen van dien voor de rest van de roman), dan wel een of meerdere gebeurtenissen moeten schrappen.

Wrijving met de tijd door complexe romanstructuur
Mijn roman speelt zich grotendeels af tussen oktober 1989 en maart 1993. Zoals ik in mijn vorige blog aangegeven heb, gaan de eerste honderdzestig bladzijden over de relatie tussen Patrick Vernooi en Zita Rozenmond. Daarnaast is Patrick bevriend met de cynicus Caspar van Blokland.
Onder ander vanwege de spanningsopbouw heb ik de ontwikkeling van deze twee vriendschappen niet altijd chronologisch weergegeven. Een paar hoofdstukken achtereen behandel ik Patricks relatie met Zita, om daarna – soms terugspringend in de tijd – een paar hoofdstukken te wijden aan zijn vriendschap met Caspar. Een enkel hoofdstuk behandelt zowel de vriendschap met Zita als met Caspar.
Zo is ongeveer de hele roman opgebouwd.
Door deze niet geheel chronologische opbouw wordt het dus moeilijk om na te gaan of er tussen de in de roman aangegeven tijdstippen A en B wel of niet te veel gebeurt. Eigenlijk zou ik de hele roman in chronologische volgorde moeten zetten. Dit is natuurlijk onbegonnen werk. Maar wat is het alternatief?
(wordt vervolgd)

vrijdag 1 juli 2016

‘De IJskoning’: klaar voor de uitgever? - deel II


Twee onvergeeflijke fouten


Voor het goede begrip
De gebeurtenissen in mijn roman ‘De IJskoning’ vinden grotendeels plaats tussen november 1989 en maart 1993. Het perspectief is vanuit het hoofdpersonage, de scholier en student Patrick Vernooi. De eerste honderdzestig bladzijden gaan o.a. over Patricks relatie met Zita Rozenmond.

Op de valreep dingen veranderen
Een paar weken voor de voltooiing van ‘De IJskoning’ vond ik dat er tussen Patricks kennismaking en de breuk met Zita Rozenmond te veel gebeurde in een te kort tijdsbestek. De kennismaking had ik in de eerste week van het zesde schooljaar (1990) van het Gymnasium geplaatst, de definitieve breuk op 1 december.
Op de valreep verschoof ik de kennismaking naar maart van het vijfde schooljaar. Daar paste ik de hele tekst rond de relatie tussen Zita en Patrick op aan. Dat dacht ik tenminste. Want toen ik dit jaar de opmerkingen van mijn meelezer in de roman aan het verwerken was, ontdekte ik dat ik op zijn minst twee dingen over het hoofd had gezien.

1 Beukennootjes rapen
In de versie vóór de dataverschuiving rapen Patrick en Zita in de herfst beukennootjes. Na de dataverschuiving doen ze dit in april. Maar dan liggen er dus nog helemaal geen beukennootjes op de grond.

2 ‘Goede tijden, Slechte Tijden’ kijken
In juni vraagt Zita aan haar ouders of op tv Goede Tijden, Slechte Tijden al begonnen is. Vóór de dataverschuiving vraagt ze dit in november. Dat kan. Maar in juni? De eerste aflevering van Goede Tijden, Slechte tijden werd pas 1 oktober 1990 uitgezonden.

Twijfel gerezen
Twee onvergeeflijke fouten, die ik pas twee jaar na voltooiing van de roman ontdekte. Dat gaf te denken. Hoe zat het met de rest van de feiten die ik in de loop der jaren in ‘De IJskoning’ had opgenomen? Die toevoegingen had ik destijds weliswaar op hun juistheid gecontroleerd, maar het leek mij verstandig dit nog eens te doen.
Sowieso had ik tijdens het in de roman verwerken van de opmerkingen van mijn meelezer de indruk gekregen dat er ook na de breuk met Zita Rozenmond te veel gebeurde in een veel te korte tijd.
Een grondige controle van de hele tekst achtte ik noodzakelijk.


(Wordt vervolgd)