donderdag 31 maart 2016

V&D uitverkoop

Aandacht
Het was aangenaam warm in de trein. De open ruimte tussen de rugleuning en de hoofdsteun van de bank tegenover mij bood zicht op de hals en de blote bovenarmen van een vrouw, waar moeder natuur waarschijnlijk zeer veel extra aandacht aan had besteed. Maar alles wat zich tussen haar bovenarmen bevond, was wel netjes verhuld door een gele blouse. Ik zoomde er op in en ontdekte dat het prijskaartje er nog aan zat. Een V&D prijskaartje, waarop over de oorspronkelijke prijs heen gele, oranje en felrode cirkeltjes waren geplakt. Goedkoop, goedkoper, goedkoopst! 9,97.

Beeld en geluid
Voor die blouse schoot telkens een hand de hoogte in, verdween meteen achter de hoofdsteun van de bank. Even snel dook die hand ook weer naar beneden. En dan kwam er achter die bank een geluid vandaan – een geluid dat je ook in bepaalde bioscopen altijd om je heen hoort, waardoor je na afloop bijna nooit meer de film aan je vrienden en familie goed kunt navertellen.

Lokalisering
Dit geluid kwam van ongeveer ter hoogte van haar buik. Een fractie van een seconde daaraan vooraf was het gebit van die vrouw - dat zich zo’n vijftig centimeter achter de hoofdsteun moest bevinden - opnieuw een hoop vers gekraak gaan produceren.

Stilte
Opeens verhevigde het geluid ter hoogte van haar buik zich. Even abrupt hield het op. De vrouw trok een blingbling tas naar zich toe. Ze haalde er een servetje uit en maakte daarmee haar handen schoon, terwijl haar gebit de laatste resten chips weg kraakte. Het dichtgevouwen, half leeg gegeten zakje borg ze in haar tas.
Toen was het stil.

Boekhouding
Na een minuutje of twee begon ze in die tas te graven, alsof haar plotseling iets te binnen was geschoten. Ze trok een bos sleutels tevoorschijn, die vrijwel meteen plaats moest maken voor een of ander deodorant. Die op zijn beurt verruild werd voor een toilettas, en die weer voor een flacon zonnebrandolie, een stapel badhanddoeken, korte safaribroekjes, en rokjes, en shirtjes - je zou er bijna boekhouder van worden. Aan alle artikelen zat een met gele, oranje en felrode cirkeltjes beplakt V&D prijskaartje.

Zoekpatroon
Ze trok een tweede tas naar zich toe en nadat ze die had geleegd en weer gevuld, twee plastic zakken. Beide zakken waren voorzien van het welbekende V&D logo. Bij de twee plastic zak begon de vrouw te mompelen. Maar haar zoekpatroon werd al die tijd nergens driftig of agressief, alles deed ze net zo efficiënt als waarmee ze de chips naar binnen had gewerkt.

Waar het om ging
Uit die tweede plastic V&D zak haalde ze een zachtroze donzige stof tevoorschijn, een doek die ze los tussen haar handen liet hangen, een beetje heen en weer schudde. Toen ze die stof netjes opvouwde en weer terug legde, zag ik dat het om een badjas ging. Ze had er 7,99 voor moeten betalen.

Op zoek, naar wat?
Ze mompelde niet meer. Met een paar sokken trok ze een setje bikini’s mee, waar ze accuraat de V&D prijskaartjes van af rukte. Ze boog voorover, trok nog meer V&D bikini setjes voor de dag. Ik zag haar tot aan haar rode lippen en die stonden gewoon neutraal. Dat ze nog niet in paniek is, dacht ik. Ze is vast haar portemonnee kwijt. Of misschien de gele blouse die ze al heeft aangetrokken? Nee, haar treinkaartje.

Fantasiebeeld (zonder geluid)
Ik zag het al helemaal voor me. Een middagje inkopen doen in de grootste V&D van de provincie. In de provinciehoofdstad. Speciaal voor haar vakantie aan de Costa del Sol die ze als last minute heeft geboekt, omdat het hier in Nederland nog steeds veel te koud is voor de tijd van het jaar.
In die V&D dus van alles en nog wat bijeen gegraaid. In die drukte geen werkelijke keuze kunnen maken, dus ook dit en dat er nog maar bij. Portemonnee tevoorschijn halen. En oeps! Daar gaat je treinkaartje. Blijft in V&D liggen, wordt door duizenden voeten bezoedeld en besmeurd zonder dat iemand het merkt.
Kan ze straks mooi een kaartjes vervangend formulier van de conducteur kopen met een flinke boete er nog overheen. Had ze net zo goed die bikiniwaar met toebehoren kunnen aanschaffen in de kiosk van haar dorp.

Gevonden!
Ze bleek gevonden te hebben waar ze naar had gezocht. Tenminste, daar ben ik maar van uitgegaan. In de ruimte tussen de rugleuning en de hoofdsteun van de bank tegenover mij dook haar ene arm weer regelmatig op en neer. En opnieuw die twee aandachttrekkende geluiden van verpakking en inhoud, maar dan toch net weer even een tikkeltje anders dan in het begin.
Toen ik was opgestaan om de trein te verlaten, zag ik dat ze met een zorgeloze blik in haar werkelijk prachtig mooie ogen bezig was met het verorberen van een zakje pistachenoten.

donderdag 24 maart 2016

Zwarte lentedag


Na de aanslagen in Brussel
Volgens Rutte en andere regeringsleiders moeten we na de aanslagen in Brussel de slachtoffers op gepaste wijze gedenken, maar daarna gewoon weer doorgaan met de dingen waarmee we bezig waren. Dus voltooi ik hierbij mijn Lijst van fictieve boeken die men in zijn dromen gelezen zou moeten hebben. Ik heb haar enigszins aangepast voor de tijden die ongetwijfeld nog zullen komen.

*

How to think without brains and walk without legs
Kiezen zonder keuze
Lafheid en opwindingsvrijheid
Wat is leven toch gemakkelijk
Cooking without fear
De psychologie van de noodverordening
Wat moet je zeggen nadat je ‘ja (maar)’ hebt gezegd?
How to fall in love and respect myself
Hash cakes and other mistakes
Het onzichtbare leven in de woonkamer – minidrones en ander spionagetuig
How to live, how to die
Bidden leren in tien minuten
Statistisch zakboek van de individuele mensenmishandeling
The beat goes on, ook zonder mij
Het Europese Dodenboek
Ramen zemen, ketels poetsen en kaarsen doven
How to reincarnate
Naaktstranden als enig veilige toevluchtsoorden
Wat meisjes behoren te weten
Uw doorzonwoning in het vizier van de Jihadstrijder
Irritatie, vloeken, spotten
De Steinermoraal
Bak goed Deventer koek
Klein’s vademecum voor de amateur dinosaurus (onder)zoeker
Eenhoorns op de Zuidpool
Afbraak en architectuur
Sara, je rok zakt af, een emancipatoir reisverslag langs de grenzen van het rijk van Belial
Anatomie van de wanhoopsdaad
Zij zijn krankjorum, maar wat zijn wij?
‘Wij zijn met meer’
Dat zeiden de Romeinen ook
Catalogus van verboden boeken, geactualiseerde Vlaams-Nederlandse editie
Tuinieren in het openbaar (maar zonder blozen)
Een kuil om hoopvol uit op te stijgen - een positieve visie op de multiculturele depressie
Die Geschichte von Nirgendwo
Waarschuwing of voorbeeld?
 De rechten van de mens’ weigeren in vrijwillige slavernij
Even tangerines can think, so why won’t you
De vlo in tuin, veen en plas
De extase van de kus

*

Afbeelding: fragment Apocalyptische Ruiters, Dürer

vrijdag 18 maart 2016

Waanzin en lef

Een terzijde vooraf
Het was begin juli 1995. Mijn moeder van drieëntachtig zou nog een dik jaar in leven blijven. Maar dit terzijde. Waar het mij om gaat, is dit:

Wat ik had willen vertellen
Ik wilde een goede vriend vertellen dat ik in de trein tegenover een vrouw was komen zitten, op wie ik tot over mijn oren verliefd was geraakt. Ik wilde hem vertellen dat ze telkens wanneer ik haar aankeek, weer een stukje mooier was geworden. Dat ze een zachtgele jurk droeg en dat zachtgeel mijn grondkleur is. Dat ik dol ben op melkblanke, ontblote bovenarmen waar vaag helderblauwe adertjes doorheen schemeren - en die had ze. Ze had een grote neus. En een dik bos krullend haar dat net onder haar oren ophield. Volle, rode lippen die elkaar even loslieten telkens wanneer ze mij aankeek. En toen de trein zijn eindestemming naderde en zij en ik van onze plaatsen waren opgestaan, bleek ze mijn lengte te hebben. Ik houd van lange vrouwen, ze weten waar ze op staan. O, ik moest haar aanspreken. Is het niet nu, dan toch zeker straks op het perron.

Wat er van terecht kwam
Dit alles had ik die goede vriend willen vertellen, en nog veel meer. Ik kwam niet ver, meteen reageerde hij: ‘Verliefd, verliefd. Het is allemaal zo betrekkelijk. Je kunt maar beter niet verliefd worden. Bovendien kan verliefdheid je waanzinnig maken.’

Wat als?
Waanzinnig was ik nog niet. Wel liep ik met kloppend hart achter haar aan de trein uit. Die ronde schouders. Wat kon ik zo meteen als beste doen? Haar aan klampen en mijn hart tegenover haar uitstorten? Haar vertellen dat haar jurk paste bij mijn woonkamer, omdat die ook zachtgeel is geverfd? Dat haar lippen pasten bij mijn schemerlamp en haar haren bij mijn meubels, haar bovenarmen bij mijn onder gordijnen, en dat ook zij – als ze eenmaal haar neus in mijn kast met boeken en cd’s had gestoken – tot de conclusie zou komen dat het lot ons had samengebracht, enkel om samen verder te kunnen gaan?

Wat je hoofd bedenkt om je leven zonder schaamte voort te kunnen zetten
Ik heb die vrouw gewoon haar volgende trein laten nemen. Of haar doodleuk de stad in laten gaan. Ter wille van mijn gemoedsrust, ze was nergens meer te bekennen.
Weg uit mijn leven. Voor eeuwig.
Teleurgesteld begaf ik mijn naar het perron, waar de trein klaar stond die mij naar mijn moeder zou brengen. Moeders kun je niet laten wachten, dacht ik nog. Als troost, dacht ik dit. Om mijn gebrek aan waanzin en lef nog enigszins goed te kunnen praten.

donderdag 10 maart 2016

Schrijversdomheid

Schrijvers kunnen niet alleen domme zinnen schrijven, zij kunnen ook domme besluiten nemen.

‘Verdoven?’ vroeg de tandarts. Nee. Vond ik niet nodig. Verdoven deed ik nooit bij vullingen. De man had tot nu toe altijd zijn werk goed gedaan. Bovendien wist ik bij echte pijn mijn aandacht te verleggen naar mooie dingen. Bijvoorbeeld naar nog te schrijven scenes, bestemd voor een verhaal of een roman.

Bleek het om de vervanging van een vulling te gaan...

De rest van de week raakte ik tijdens het schrijven telkens in de knoop en uit mijn humeur. Gelukkig was mijn tandartsbezoek op een donderdag en duurde dus die rest van de week niet meer zo lang.