maandag 29 juli 2013

Nooit meer (in memoriam Frans)



Nooit meer samen in de trein naar Amsterdam om er kilo’s cd’s vandaan te halen
Nooit meer tussen de middag aan je vragen: ‘Waar zullen we iets gaan eten,’ terwijl jij al een kant en klare hap uit een automatiek trekt
Nooit meer bladzijden lang reageren op jouw mailtje: ‘Dus jij behoort tot die groep van permanente klagers over de NS?’
Nooit meer in de supermarkt door jouw dikke buik letterlijk tegengehouden worden
Nooit meer door jou van mijn schrijftafel weggelokt worden voor een concert in het Burgerweeshuis
Nooit meer dat ene pak, mijn Blues Brother
Nooit meer jou toch al zelden geworden sigarenlucht
Nooit meer die kenmerkende kuch
Nooit meer die plof waarmee jij in een van mijn stoelen plaats neemt
Nooit meer op de spreekstoel geraken, omdat jij je mond houdt
Nooit meer nog dagen blijven nadenken over die ene opmerking van je
Nooit meer jou kalm en geduldig je Oor-encyclopedieën zien raadplegen om mij een antwoord te kunnen geven op een vraag over een popbandje waar nog nooit iemand van heeft gehoord
Nooit meer jouw handen op de rug voor mijn boekenkast
Nooit meer elkaar voorvallen vertellen die plaatsvonden in de Zeventiende Eeuw
Nooit meer jou een van mijn katten doordringend zien aankijken en dan plots met gestrekte wijsvinger horen sommeren van: ‘Zit!’
Nooit meer in mijn brievenbus lege sigarendoosjes van jou vinden, zodat ik eindelijk iets heb om mijn gebrande cd’s fatsoenlijk in op te kunnen bergen
Nooit meer in benevelde toestand mijn vriendschap aan jou opzeggen, omdat jij mijn laatste glas voor mijn neus wegkaapt en in een paar slokken leegt
Jouw reactie: ‘Dan had je het maar niet zo lang moeten laten staan.’
Nooit meer dat ene glas toch nog van jou aannemen, terwijl ik heb gezegd dat ik genoeg heb gehad
Nooit meer jou tegen een vriend horen opmerken: ‘Zeg, vind je zelf ook niet dat jouw verjaardagsfeestje maar eens snel afgelopen moet zijn? Zodat je eindelijk je vriendin eens lekker kan verwennen?’
Nooit meer jaar in jaar uit elke dag een stuk of vijf-zes hyper korte e-mails van jou ontvangen en daar dan even fanatiek op reageren
Nooit meer van jou de tip ontvangen om aan een bepaalde schrijfwedstrijd mee te doen
Nooit meer van jou het zo kort maar krachtige: ‘Ik vond de vorige versie toch beter.’
Nooit meer mij met je onzinopmerkingen inspireren tot het schrijven van een onzinverhaal, waar na verloop van tijd iets van ernst of komische waarde uit voortkomt, als een bloem in een bloem
Nooit meer vanaf mijn jachtige fiets jou onmiddellijk tussen de mensen op het terras van bruincafé de Heks herkennen
Nooit meer jou groeten op straat
Nooit meer voor een van mijn verhalen door jou laten uitzoeken wat voor type treinen er in de jaren tachtig ’s nachts tussen München en Amsterdam reden, welke stations ze aandeden en hoe laat
Nooit meer treinen met jou
Nooit meer.
Voor altijd deze mooie herinneringen
Een goede reis, Frans.

dinsdag 23 juli 2013

Verwijderd fragment

Onder deze middernachtelijke temperaturen van 23 graden Celsius kom ik niet verder dan een kleine bewerking van een uit ‘De IJskoning’ verwijderd fragment:

Boven de deur van een van de zalen zat een ventilatorrooster, midden in de barokke buik van een trompetterende engel. Ik begon te fantaseren over waarom ze dat nou hadden gedaan.
Natuurlijk hadden vooraf de monteurs nog geprotesteerd en hun baas was naar de opdrachtgever gestapt, en die had de man die de tekening had vervaardigd op het matje geroepen.
‘Dat kwam toevallig zo uit,’ zei deze. ‘Wilt u het anders, dan moeten wij een groot gedeelte van het ventilatiesysteem weer afbreken.’
‘Nee, nee,’ van afbreken wilde de opdrachtgever niets weten. Dus de monteurs moesten hun gang maar gaan.
Het kwam toevallig zo uit...

maandag 15 juli 2013

Dit soort gedachten


Proeve van onbekwaamheid in het fabriceren van een ultra-lange zin

Ik kan het me niet voorstellen. Dat je met deze hoge temperaturen zevenenveertig wordt en dat je dan je familieleden en vrienden uitnodigt, die je allemaal een cadeautje geven dat je met blijde ogen uit zijn verpakking haalt en waarna je enthousiast je teleurstelling probeert te verhullen: dat ze je zó slecht kennen, dat ze durven aankomen met een cd van André Hazes, een gezinstoegangskaartje voor de Efteling, een opblaaspop, een boek over hoe overleef ik de crisis, en terwijl je dit allemaal van ze ontvangt, zet je allerlei drankjes en lekkere hapjes voor ze neer en hoop je dat het verder een gezellige bijeenkomst mag worden, zonder al te ingewikkelde meningsverschillen over film, muziek, de politiek of vrienden die afwezig zijn; en natuurlijk zonder openbaarmaking van familiegeheimen, vooral zonder echtelijke ruzies over de meegesleepte hond die niet zo lang alleen thuis kon worden achtergelaten, maar die dus wel even ongezien in elke hoek zijn pies achterlaat, pies die er zo lang blijft liggen dat die via het tapijt in de vloer trekt en in een tijdsbestek van weken via je wanden naar het plafond zal kruipen, en eenmaal daar aangekomen: ja, dan beginnen op je eerstvolgende verjaardagsfeestje bij hoge zomertemperaturen als deze van vandaag diezelfde familieleden en vrienden een voor een en ieder op zijn of haar beurt er opmerkingen over te maken, eerst nog speels van aard, maar weldra met de toevoeging dat ze nooit meer bij je terug zullen komen als je er niet als de wiedeweerga iets tegen gaat doen - dus besluit je in het vervolg nooit meer een feestje te geven, niet voor je vrienden, niet voor je familieleden, met of zonder hond, niet ter gelegenheid van je verjaardag of voor wat voor gelegenheid dan ook, waardoor je zal wegkwijnen in eenzaamheid en nog vaak zult terugdenken aan die zevenenveertigste verjaardag. Dit soort gedachten, ze helpen je om zeep.

Ben u tot hier gekomen? Dan behoort u tot de geduldige internetters.
Dank u wel.

dinsdag 9 juli 2013

Voortgang roman ‘De IJskoning’ – De hogere wiskunde van het lijnen doortrekken.





Romansloop
Mijn roman ‘De IJskoning’ ligt momenteel tamelijk opengebroken. Niet zo erg als het gebouw op deze foto, maar toch…
Wees gerust, van sloop is geen sprake. Hier en daar is een nevenkamer van het gebouw dat ‘roman’ heet even niet toegankelijk, omdat de vloer er uit ligt. In een ander vertrek zijn ze bezig het plafond te vervangen, in weer een ander kamer verven ze een deur. Een gedeelte van een zijmuur moet ook nog worden uitgebroken, zodat er een serre kan worden aangebouwd. In de tuin zijn ze bezig het huisje van de kleine en grote behoeften (bouwjaar 1922) te slopen. Daar komt een garage voor in de plaats.
‘Werk in uitvoerig.’

Of  te wel…
Aan de tekst van mijn roman zijn weer allerlei opmerkingen tussen vierkante haakjes toegevoegd. Punten van verbetering. Naar aanleiding van die opmerkingen zijn er inmiddels ook al een aantal fragmenten geschrapt omdat ze te veel vertelden of min of meer een herhaling bleken te zijn. Andere fragmenten zijn verplaatst om een grotere spanningsboog te creëren.

Draadjes aaneenknopen en schrappen,
dat was volgens een van mijn laatste berichtgevingen over dit onderwerp de nieuwe fase in de revisie van mijn roman ‘De IJskoning.’ Om de draadjes aaneen te kunnen knopen en om bepaalde fragmenten te kunnen schrappen, moet je wel weten waar ze zich bevinden. En dat gaat niet met ‘zoeken’ in Word. Ja, je komt er dan wel, maar het biedt je geen totaaloverzicht.

Hoofdlijnen, zijlijnen
De hoofdlijnen zijn geen probleem. Die vormen het verhaal en dat zit in je hoofd. Ieder huisbezitter weet zijn woonkamer, slaapkamer, keuken en toilet te vinden. Maar dat ene nachtkastje dat al jarenlang niet meer in zijn gedachten is geweest, en die vierendertig verborgen luiken in de wijnkelder en het spiegeltje van zijn oma, daar gaat het om.

Constructies, leidingen en bedradingen zichtbaar maken.
Om een overzicht te krijgen van alle voorvallen, handelingen van nevenfiguren, leidmotieven en symbolen en nog meer van die dingen die er in mijn roman terugkeren, heb ik per hoofdstuk een korte samenvatting gemaakt met daaronder een lijst met trefwoorden (voortaan ‘elementen’ te noemen).
De samenvatting dient om na te kunnen gaan of er in elk hoofdstuk wel een ontwikkeling zit. Geen ontwikkeling? Aanpassen of schrappen!

Een voorbeeld

Hoofdstuk 1.   Buggy Blues                                                                                                     6
Patrick ziet kind uit Buggy vallen en is niet in staat om het op te vangen: staat symbool voor zijn handelingsonbekwaamheid, maar ook: op straat gegooid worden, de strijd tussen de ouders om het kind. Het moet de kiem zijn voor de grote woede in het voorlaatste en misschien ook wel het laatste hoofdstuk.

Trefwoorden:
André Hazes (wordt Boney M., omdat Hazes nergens verder meer genoemd wordt en Boney M een 'belangrijke rol' speelt in het verhaal)
Woekerplant (kiem v.d. finale, verwijst ook naar de vele planten van de moeder in het verhaal)
Mensjes kijken (hier niet noemen, een heel eind verderop in de roman wel)
‘Een beetje verliefd’ (wordt 'Rivers of Babylon')
Er brak glas (terugkerend element)
Voetbalkeeper (weg? Wordt later nergens meer genoemd)

Vanwaar al die moeite?
Misschien is door de toegevoegde opmerkingen duidelijk wat van zo’n samenvatting en trefwoordenlijst nu precies de bedoeling is.
Ik wil er een flink aantal vragen op loslaten:

Op welke plekken keren de elementen terug?
Zijn het de juiste plekken?
Zit er ontwikkeling in deze elementen?
Blijven ze in de lucht hangen?
Indien ze in de lucht blijven hangen:
Zijn ze voort te zetten, te vormen tot een spanningsboog die het hoofdthema ondersteunt?
Is zo’n element echt onontbeerlijk?
Klopt alles nog wel met elkaar?

Al die vragen stel ik, zodat ik op een efficiënte manier kan gaan draadjes aaneenknopen en schrappen. 

maandag 1 juli 2013

Mooie korte zinnen

Een mooie korte zin, iedereen kent denk ik wel het begin van Hermans’ roman Nooit meer slapen: ‘De portier was invalide.’
Mulisch heeft er ook zo een, ik weet niet meer zo gauw in welk boek of verhaal ik die aangetroffen heb: ‘De zomer rende door het park.’
En dan Nescio’s Titaantjes: ‘Jongen waren wij – maar aardige jongens.’

Wat valt aan deze zinnen op? Hun zeggingskracht, het oproepen van een beeld. Een mooie korte zin zegt vaak veel meer dan er staat. Een mooie korte zin heeft aan een half woord genoeg.