door Sophia Désedan
Ik geloofde er geen ene sikkepit van
Zaterdagmiddag, twee uur. Daar zat ie dan. Voor es
een keertje niet achter, maar voor de computer. Op de bank. Naast zich: een
trots stapeltje boeken, met de ruggen naar mij toegekeerd. Tien keer viel d’r
onder elkaar te lezen: ‘Lezen en laven.’ Tien exemplaren van de verhalenbundel,
waarin ook zijn verhaal ‘Zoek’ opgenomen was.
Hij zag d’r een beetje moe uit.
‘En hoe is ’t gegaan, de presentatie?’ vroeg ik.
‘Geweldig,’ zei ie. Ik geloofde er geen ene sikkepit
van.
Warm bad
‘Het was alsof ik langzaamaan in een warm bad werd
gelegd,’ ging ie verder. ‘Dat kwam denk ik vooral door mijn vrienden en
kennissen. Een paar keer werd ik overrompeld door wie er nu weer op mij
toe stapte om mij de hand te drukken, of een zoen te geven, een bos bloemen te
overhandigen.’
Opzet
‘Dat warme bad kwam denk ik ook door de opzet van de
avond. Een cafésfeer. Je hoefde niet naar voren, het podium op. Je kon gewoon
aan je tafeltje blijven zitten, tussen je vrienden en kennissen. Als het je
beurt was, kreeg je een microfoon aangereikt.
Twee probleempjes, misschien wel drie.
‘Ik had een paar probleempjes tijdens het voorlezen.
Het licht. Dat was toch net niet voldoende.
En de tekst. Mijn tekst die ik voor het eerst in boekvorm
voor mijn neus had. Niet zoals thuis uitgeprint of op de computer, waarop ik had
geoefend om zo goed mogelijk het fragment uit mijn verhaal voor te kunnen
dragen. Maar hier, tussen al mijn vrienden en kennissen, in dat warme bad… Het
was alsof ik die tekst voor het eerst zag. En zo las ik ‘m ook voor.
Misschien
lag het toch vooral aan het licht.
Maar wat mij het nog meest verbaasde. Ik las voor met
trillende stem. Hoe was dat nu mogelijk? Ik had wel eens eerder voorgelezen
voor een wat groter publiek, en ik had mij goed voorbereid. Ik hoefde toch niet
zenuwachtig te zijn? Ik voelde mij ook niet zenuwachtig. Heel vreemd.’
Intelligente en fijnzinnige hersentjes
‘Ja, meneer Steiner,’ zei ik, ‘je intelligente en
fijnzinnige hersentjes dachten dat je niet zenuwachtig was. Maar je stembanden
wisten wel beter. Heb je je geschaamd?’
‘Nee,’ zei ie, en ik geloofde hem, omdat ie niet in
de verdediging schoot. ‘Achteraf kon ik er hartelijk om lachen. Het gaf niet,
die trillende stem. Wel vond ik belangrijk of ik verstaanbaar was geweest. En
dat was ik volgens een van de toehoorders. Ik
hoop wel dat het voor de laatste keer is geweest, die trilling in de stem.’
‘Maak je daar nu maar geen zorgen over,’ zei ik. ‘Het
is gewoon een kwestie van ervaring. Des te vaker je het doet, des te
gemakkelijker het je zal afgaan. - Wanneer de gelegenheid zich weer voordoet, zou ik voorlopig wel een eigen printje van
je tekst meenemen. En een leeslampje. Je hebt tegenwoordig hele kleine, die kun
je zó op de rand van je boek klemmen. Dan hoeft ’t in ieder geval daar niet
meer aan te liggen. – Hoe was de rest van de avond?’
Geïntroduceerd
‘Uitgever Ton van Eck deed de presentatie en leidde
de schrijvers in. Toen hij bij mij was aangekomen, zei hij dat ik in ‘Lezen en
Laven’ nog onder eigen naam stond afgedrukt. Of hij mijn pseudoniem alvast mocht
noemen? Dat vond ik goed.
Eric Steiner & Co. Waar die Co. voor stond, wilde hij graag van me weten. Dus vertelde ik hem
dat Co. voor Compagnon staat. En dat die Compagnon
Sophia Deçàdent heet. Dat jij mijn muze en stok achter de deur bent en dat jij
er voor zorgt dat ik mij regelmatig aan het schrijven zet.’
‘Misschien moet je voorlopig maar ’s wat meer onder
de mensen,’ zei ik. ‘Dat zal je voorlezen zeker ten goede komen.’
Sophia Désedan absent
Hij reageerde er niet op, dat schrijvertje van me.
Hij vertelde dat ie die uitgever en de hele zaal liet weten dat ik hier op deze
blog ook af en toe een stukkie schrijf. En dat die uitgever toen vroeg, waarom
ik eigenlijk niet meegekomen was, naar deze avond.
‘En wat heb je gezegd?’
‘Gewoon de waarheid. Dat je een beetje verlegen bent en
liever onbekend wilt blijven voor zo’n groot publiek. En toen vroeg hij of misschien ook jijzelf een pseudoniem was. Daar heb ik maar Ja op
gezegd.’
Handtekeningen zetten en kapper bezoeken
‘En zijn er op de avond al veel bundels verkocht?’
‘Heb ik niet zo op gelet. Ik mocht wel
veel handtekeningen zetten. En straks ga ik naar mijn kapper om hem een exemplaar
te overhandigen. Toen hij me vrijdagochtend knipte en vroeg of ik nog leuke
dingen ging doen van ’t weekend, vertelde ik ‘m van die boekenpresentatie. Hij
wist dat ik schreef en zei dat hij er graag eentje van mij wilde kopen. Die
breng ik ‘m dus straks, met een opdracht er in.’
‘Weet je zeker dat je dat vanmiddag nog wilt doen? Die
avond heeft je heel veel gedaan. Je ziet er moe uit.’
‘Ja, ik heb een gat in de dag geslapen.’
Grenzen stellen en nagenieten
‘Alles op zijn tijd, Eric. Die kapper kun je volgende
week ook nog wel bezoeken. Geniet nou eerst maar eens lekker na van die avond.
Ga de stad in. Een wandeling over de markt en een terrasje zullen je goed doen.
Ik nodig je uit.’
‘Ja, en dan kunnen we gezellig verder praten. Ik heb
je nog zo veel te vertellen, Sophia. Over al die andere schrijvers. Over…’
Ik moest ‘m de mond snoeren. Voorlopig was het
eventjes genoeg. Anders zou dit interview nog uitmonden in een heel boek, en
dat kon toch moeilijk de bedoeling zijn.
Groetjes,
Sophia Désedan.
.
N.B.: ‘Lezen en Laven – reisverhalen voor
dorstigen’ is samengesteld door uitgever Ton van Eck en Femmy
Fijten. De bundel is o.a. te bestellen via bol.com.
Voor wie meer wil weten over de
boekenpresentatie van ‘Lezen en Laven’, op de website van Femmy staat een mooie impressie.